Cocaïne makkelijk
Dit is de eenvoudige cocaïne test. De test bestaat uit 12 vragen en is bedoeld om je kennis over cocaïne te testen. Als je klaar bent krijg je meteen de uitslag. Heb je de meeste vragen goed, doe dan ook de moeilijke test.
1. Cocaïne kan je roken, spuiten en snuiven. Hoe wordt cocaïne het meest gebruikt?
Het goede antwoord is: Snuiven
Cocaïnepoeder wordt vrijwel altijd gesnoven. De cocaïne wordt in een 'lijntje' gelegd of vanaf een sleutel gesnoven. Het effect begint dan binnen enkele minuten en duur ongeveer 45 minuten.
Wanneer cocaïne poeder is opgelost in water kan het ook worden gespoten. Het effect begint dan vrijwel onmiddellijk en duurt slechts 10 minuten. Het roken van cocaïne poeder is niet heel effectief, veel van de cocaïne gaat door de verbanding verloren. Om dit te voorkomen wordt bij roken wordt vaak basecoke (crack) gebruikt, dit is wel effectief. Het effect begint dan vrijwel onmiddellijk en duurt slechts 5 minuten.
Spuiten en roken zijn extra riskante manieren van gebruik. Vanwege het snelle effect is er een grotere kans op verslaving. Ook is er extra risico op infectieziekten in het geval van spuiten.
2. Vroeger zat er echt cocaïne in coca-cola.
Het goede antwoord is: Waar
Tot 1903 bevatte Coca Cola cocaïne-extract. Het werd samen met andere ingrediënten gebruikt voor de smaak. In1903 werd het cocaïne-extract vervangen door een extract van cocabladeren waaraan de cocaïne is ontrokken.
3. Hoe lang voelt de gebruiker ongeveer de effecten van één snuif cocaïne?
Het goede antwoord is: 45 minuten
Als cocaïne gesnoven wordt, begint het al na enige minuten te werken. De effecten houden ongeveer een half uur tot drie kwartier aan. Het prettige gevoel ebt daarna weg en kan zelfs omslaan in een somber/teleurgesteld gevoel. De neiging om dan weer te gebruiken is groot. De gebruiker wil steeds meer. Dit maakt cocaïne een riskante drug.
4. Drugs kunnen een stimulerende, verdovende of trippende werking hebben. Welk effect heeft cocaïne vooral?
Het goede antwoord is: Vooral een stimulerende werking
Cocaïne is een oppeppend middel. De gebruiker voelt zich vrolijk, opgewekt en heeft veel energie. Ook geeft cocaïne het gevoel snel en helder te kunnen denken. Behalve het vrolijkmakende effect heeft cocaïne ook een plaatselijk verdovend effect. Het blokkeert de signaaloverdracht van de zenuwen naar de hersenen. Als je snuift, verdoven je neus, gehemelte en tandvlees.
5. Door cocaïne kan iemands karakter veranderen
Het goede antwoord is: Waar
Cocaïnegebruikers kunnen een aantal negatieve eigenschappen ontwikkelen in de periode dat zij heftig gebruiken. Na stoppen met gebruik zullen deze karaktertrekken weer verdwijnen. Vaak zie je dat mensen egocentrisch, kil en arrogant worden. Ze willen in het middelpunt staan, zijn ongeduldig, zijn niet sociaal en zijn snel geïrriteerd. Ze zijn impulsief en springen van de hak op de tak. Wordt er langdurig gebruikt, dan kunnen mensen ook paranoïde en depressief worden.
6. Cocaïne is:
Het goede antwoord is: Vooral geestelijk verslavend
Van cocaïne kun je geestelijk afhankelijk raken. Een gebruiker kan enorm naar cocaïne verlangen. Dit wordt ook wel craving genoemd. Ook treedt er tolerantie op; de gebruiker heeft steeds meer nodig om hetzelfde effect te voelen. Cocaïne is niet (of zelden) lichamelijk verslavend en leidt niet tot lichamelijke afkickverschijnselen. Bij het stoppen met langdurig overmatig cocaïnegebruik kunnen mensen zich wel een periode lang depressief of uitgeput voelen.
7. Wat is crack?
Het goede antwoord is: Een rookbare vorm van cocaïne
Crack (of basecoke) is een bewerkte vorm van cocaïne. De bewerking gebeurt met maagzout of met ammonia (basische stoffen). Deze bewerking is nodig om de cocaïne rookbaar te maken. Omdat je het rookt komt het snel en in één keer je lichaam binnen en bereikt het vrijwel onmiddellijk je hersenen. Daardoor zijn de effecten van crack veel heftiger en de risico’s en verslavingskans veel groter.
8. Wat is het grootste korte termijn risico van cocaïnegebruik?
Het goede antwoord is: Hartklachten
Cocaïne verhoogt de hartslag en vernauwt de bloedvaten. Het hart heeft meer zuurstof nodig, maar krijgt door de vernauwde bloedvaten juist minder. Het hart moet dus harder werken om aan zuurstof te komen. Daarbij komt nog eens dat in vernauwde bloedvaten het bloed langzamer stroomt. Hierdoor kunnen bloedcellen aan elkaar plakken en een klontje vormen. Er zijn gevallen bekend van hartinfarcten en plotselinge dood na gebruik van cocaïne.
9. Waar wordt de meeste cocaïne geproduceerd?
Het goede antwoord is: Colombia
Het cocaïnepoeder dat in Nederland wordt aangeboden komt meestal uit Colombia. Voor de productie van cocaïne zijn coca-planten nodig. Cocaïne wordt via een chemisch proces uit de bladeren van de coca-plant gehaald. Deze planten groeien uitstekend in het klimaat van Colombia.
10. Door de ‘War on drugs’ (drugsbestrijding) is het aantal cocaïnegebruikers in Europa de laatste jaren sterk gedaald.
Het goede antwoord is: Niet waar
Het gebruik van cocaïne in Europa is de laatste jaren juist toegenomen. De ‘war on drugs’ heeft dus maar weinig effect op het aantal mensen dat cocaïne gebruikt.
11. Op veel bankbiljetten zitten sporen van cocaïne.
Het goede antwoord is: Waar
Uit zowel Duits als Amerikaans onderzoek blijkt dat op 80 à 90 procent van de bankbiljetten (euro’s
en dollars) sporen van cocaïne zitten. Dit aantal kan zo hoog oplopen, omdat bankbiljetten een bijzonder soort vezels bevatten dat kleine deeltjes vasthoudt. Deze vezels houden niet alleen cocaïne vast, maar ook bacteriën. Om infectieziekten te voorkomen is het dus beter om niet met bankbiljetten te snuiven, maar bijvoorbeeld met een snuifbuis.
12. Welk effect treedt niet op bij gebruik van cocaïne?
Het goede antwoord is: Verbeterde conditie
Door cocaïne wordt je lichaam als het ware in de actieve stand gezet, dit zorgt voor alertheid, een verhoogde bloeddruk en een tijdelijke toename van het uithoudingsvermogen. Ook vermindert de eetlust. Cocaïne put je lichaam uit en hoewel het voor een tijdelijke toename van het uithoudingsvermogen zorgt, wordt iemands conditie juist slechter.